De ontwikkeling van de ontluikende geletterdheid begint niet bij letters!!

Onderwijs aan het jonge kind is betekenisvol aanbod bieden en wendbaar kunnen handelen zodat je werkelijk afstemt op de ontwikkeling van het jonge kind.

Kind 2

Ontluikende geletterdheid: de praktijk

Er is een duidelijke opbouw in de doelen van ontluikende geletterdheid.  De doelen zijn op twee manieren beschreven in de ontwikkelingslijn: Ontluikende geletterdheid:

 

 

Ontwikkelingslijn Voorbereidend lezen Start klank-tekenkoppeling Aanvankelijk lezen
Auditieve ontwikkeling Kritisch luisteren

–     Auditieve discriminatie

–     Auditieve geheugen

 

 

 

  Auditieve synthese

Auditieve analyse

Denkontwikkeling

 

Ontluikende geletterdheid

–    Belangstelling            voor lezen

–    Platen lezen

–    Pictogrammen

–    Rijmen

 

 

 

   woord- 

objectivatie

 

 

 

   klank-tekenkoppeling

Visueel-motorische ontwikkeling Visuele discriminatie

van groot naar klein:

–       Objecten

–       Figuren

–       Lettertekens              (stempelen)

 

   

 

Letters snel benoemen

Schrijven van letters

 

Schema ontluikende geletterdheid in beeld ( Stapsgewijs onderwijs, 2018)

 

  1. Er worden in het schema drie afzonderlijke delen in de ontwikkelingslijn beschreven;
  • Auditlieve lijn
  • Denkontwikkelingslijn
  • Visuele lijn

In de praktijk zijn deze lijnen in het kader van de ontluikende geletterdheid onlosmakelijk met elkaar verbonden, zoals in de praktijksituatie verderop in de tekst beschreven is.  Als de leerlingen activiteiten vertonen op één van de lijnen maak je als leerkracht regelmatig ook uitstapjes naar de andere twee lijnen.

  1. De opbouw in tussen- doelen van de afzonderlijke leerlijnen, moet goed aangehouden worden. In de praktijk betekent dat:
  • Het kind wordt niet geconfronteerd met doelen die duidelijk te hoog zijn voor hem. In kader van de zone van de naaste ontwikkeling kan het kind wel aanbod krijgen van één zone hoger, maar dan met hulp. Aanbod van doelen van meer dan één zone verschil heeft weinig zin.
  • De leerkracht probeert de ontwikkeling van de drie afzonderlijk deellijnen op elkaar af te stemmen. Probeer scheefgroei tussen de drie afzonderlijke te voorkomen.

 

Prakrijksituatie Taal- denkontwikkeling; woordenschat, taalgebruik en taalbegrip

In combinatie met de visuele en auditieve ontwikkeling.

activiteit Kleine kring; Lente bloemen benoemen: Thema Lente
doel Bloemennamen in woordstukjes verdelen ( zone 5 taal- denk ontwikkeling)

Bloemennamen herkennen ( zone 5 passieve woordenschat)

Bloemennamen benoemen ( zone 5 actieve woordenschat)

materiaal Bloembollen kaartjes, bloemen; blauwe druifjes, narcis, tulp, krokus, sneeuwklokje
situatie Terwijl de kinderen een arbeid naar keuze activiteit aan het doen zijn, door via het digitale keuzebord te kiezen voor het spelen in de hoeken of het spelen met ontwikkelingsmateriaal, heeft Femke de kinderen die met haar meedoen aan een activiteit in de kleine groep, van te voren verteld dat zij met haar een activiteit rondom de voorjaarsbloemen gaan doen. De activiteit duurt 10 minuten in de kleine groep.
Introductie

Interactief verkennen

Juf Femke laat de voorjaarsbloemen zien en vertelt dat het vandaag lente is geworden. Zij wil dit graag met hen delen door de bloemen te bekijken en te benoemen. Hiervoor heeft ze een groepje leerlingen die 10 minuten in de kleine groep met haar de bloemen mogen verkennen. Femke laat hen even vrij ruiken, voelen, kijken om zo te bloementjes te verkennen. dan stelt ze hen vragen; wie weet hoe een bloem heet? Hoe noem je deze bloemsoorten? Ruiken deze bloemen? Wat hebben ze allemaal gelijk? Wie heeft deze bloementjes weleens gepoot? Wat stop je dan in de grond? Samen komen zij tot nieuwe bevindingen en ontdekken nieuwe woorden.

 

Na het interactief verkennen introduceert Femke de lentebloemen met een opzegversje; Wat hoor ik daar, wat zie ik daar? Een klokje wit een klokje klein, dat met zijn bloementjes oh zo fijn, mij zachtjes fluistert in het oor; ik ben het eerste bloempje hoor.

Femke vraagt welk van de bloemetjes is het sneeuwklokje? Waaraan kun je dat zien?

Ze vraagt de groep om het woord te klappen in lettergrepen; sneeuw- klok- je en vraagt hen hoeveel klapjes dit is? Dan vraagt ze; ‘Wie weet er nog een bloemennaam’? Annemijn noemt de tulp en zegt gelijk dat is één klapje. Juf Femke laat hen het woord klappen en zegt dat dit klopt. Ze vraagt wie weet wat een narcis is? En hoeveel klapjes dit woord is. Jessica weet het, ze pakt de narcis en houdt hem omhoog. Juf Femke laat hen het woord klappen; nar- cis, 2 klapjes. Dan laat ze de blauwe druifjes zien en vertelt hoe deze bloemen heten. Ze vraagt hen dit woord te klappen; blau –we druif- jes, en vraagt aan Cees hoeveel klapjes dit is. Cees klapt het woord nog eens en zegt; ‘vier klapjes, juf’. Dan volgt het krokus bolletje en Femke laat ook dit woord nazeggen; kro- kus bol- le- tje. Brechtje telt terwijl ze klapt; ‘vijf’ zegt ze. Juf Femke legt uit dat veel klapjes een lang woord is en weinig klapjes een kort woord. Juf Femke vraagt de kinderen of ze de bloemen in volgorde kunnen leggen van kort woord naar lang woord. De groep staat bij de tafel en klapt met elkaar de woorden opnieuw zodat ze erachter komen wat een kort en lang woord ( woordobjectivatie) is en leggen de bloemen in de juiste volgorde. Nu legt Femke de woordkaartjes van de bloemen erbij en kunnen de kinderen ook zien wat een lang of een kort woord is.

 

Ontluikende geletterdheid: naar denken in letters zonder beelden

 

In laatste fase van de ontwikkelingsleerlijn ontluikende geletterdheid (zone 5, 6) kan het kind de overgang maken naar het aanleren van de tekens zonder beelden. De weg er naar toe heet ontluikende geletterdheid: de leerling krijgt steeds meer echte belangstelling voor de letters (betrokkenheid!)

Als het kind in deze fase zit kan de leerkracht al een begin maken met de letters aanleren/aanbieden. Dit in kader van de zone van de naaste ontwikkeling.

Zit het kind nog lager in de fase van zijn ontwikkeling dan heeft het eigenlijk geen zin. Het kind leert de letters dan wel maar als een plaatje, als een pictogram.  Wat ook wel gedacht wordt is dat kinderen die erbij zitten ‘er altijd wat van meepikken’. Als leerkracht moet je je dan afvragen wat het kind dan niet aangeboden krijgt als hij te vroeg toch met letters geconfronteerd wordt. De letters zitten absoluut nog niet in de zone van de naaste ontwikkeling.

Je kunt dit vergelijken met een combinatieklas 3 /4. Als de leerkracht bezig is met de tafels aanleren voor de leerlingen van groep 4 dan zet je de leerlingen van groep 3 er toch ook niet bij!

Ontluikende geletterdheid bestaat uit drie ontwikkelingslijnen: 1. Auditief, 2.denken ( in relatie tot de leesontwikkeling) 3.visueel. Deze lijnen moeten in het aanbod gelijkelijk ontwikkeld worden.

 

De denkontwikkeling

De denkontwikkeling in relatie tot de leesontwikkeling staat in het teken van het ontwikkelen van ruimte maken in het geheugen voor letters en later ook woorden. Het einddoel is dan ook: woordobjectivatie. De weg ernaartoe richt zich vooral op het opwekken van belangstelling voor lezen en letters.

 

Hoe kun je als leerkracht zien dat de leerling belangstelling voor letters krijgt?

 

Je ziet dan het kind belangstelling krijgt voor de geschreven taal (wat sta daar? ), dat het kind op zijn manier gaat schrijven (hij maakt tekens en later zelfs tekens die op letters lijken en vraagt wat hij geschreven heeft, het kind wil op zijn manier een brief schrijven naar oma).

 

Auditieve- en visuele ontwikkeling in relatie met de ontluikende geletterdheid

Een peuter en een kleuter begin groep 1 leert de wereld kennen in drie dimensioneel vlak. Hij experimenteert met voorwerpen. Hij leert die voorwerpen benoemen. De wereld leren kennen  op twee dimensioneel gebied komt later: lezen.

Die overgang van drie- naar twee dimensionaal vlak kan gestimuleerd worden:

  1. Veel voorlezen

Voorlezen is zowel goed voor de taalontwikkeling maar ook voor de belangstelling opwekken voor lezen. Er is duidelijk een relatie tussen veel voorlezen en de leesontwikkeling van de leerlingen. Elke leerkracht in groep 1 merkt het verschil.

Hij ziet dan deze kinderen al aandachtig luisteren tijdens het voorlezen en reageren op de inhoud. Zij pakken vaak zelf boekjes en gaan er op hun manier uit voorlezen.

  1. Voorlezen en plaatjes benoemen.

Het kind leert zo dat een tekst gekoppeld aan plaatjes(beelden). Het gaat hierbij vooral om de woordenschat te vergroten,

De leerkracht leest met de leerlingen grote platen. Daarbij gaat het niet alleen om de woordenschat maar ook ‘het kijken tussen de beelden door’( naar analogie van ‘lezen tussen de regels door’). De leerkracht stelt nu aan de leerlingen allerlei vragen. De antwoorden moeten zij afleiden uit de plaatjes. Bijvoorbeeld: wie van de kinderen op de plaat is boos? Hoe kan je dat zien? En kun je ook op de plaat zien waarom hij boos is? Wat denk je dat hij nu gaat doen?  Je zou dit onderdeel: ‘begrijpend kijken’ kunnen noemen. ( naar analogie van begrijpend luisteren en begrijpend lezen)

  1. Werken met pictogrammen.

Een pictogram is een teken die staat voor een bepaalde handeling. je ziet dit al heel vroeg daarmee geconfronteerd: op het planbord staat een vlinder. Dat is het tekentje van Stephanie.

Pictogrammen zijn ook bepaalde pijlen in de klas.

Ook de namen van de leerlingen zijn eigenlijk pictogrammen.

Een pictogram verwijst naar iets of iemand. Pictogrammen zijn vaak de tussenschakel tussen de beelden en de woorden.

Zij gaan ook tekentjes schrijven die letters moeten voorstellen.

  1. Belangstelling voor letters

Vanuit de belangstelling voor de pictogrammen en het zien dat andere kinderen met de letters bezig zijn zie je dat steeds meer kinderen belangstelling krijgen voor de letters zowel lezen als schrijven. Zij schrijven op hun manier de eigen naam, zoeken in andere woorden de letters van hun naam, gaan experimenteren met andere letters, vragen de leerkracht wat er staat als zij woorden zien.

  1. Het aanleren van de letters.

Het kind is nu in staat tot woordobjectivatie en kan nu de letters systematisch leren.

 

Kenmerken van te vroeg starten met het aanvankelijk lees- spellingsproces

 

Er zijn kinderen die te vroeg zijn gestart met het aanvankelijk lees- en spellingsproces. Zij zijn nog niet toe aan het aanleren van de letters. Zij hebben de letters niet opgeslagen in hun geheugen als tekens maar nog als beeld. De woordobjectivatie is nog niet goed.

Hun leesproces in groep 3  kenmerkt zich dan als heel moeizame letterkennis.

  • Het kost meer tijd om de koppeling te maken. Zij moeten steeds zoeken naar de klanken en de tekens. Tijdens het lezen is er een zeer grote tijdsoverschrijding

Meestal zoeken zij op de woordplaten aan de wand welke letter zij moeten lezen of schrijven.  De letter is dan meer een onderdeel van een plaat. Als de plaatkaarten weggehaald worden lukt het helemaal niet meer.

  • De fouten die zij maken zijn niet logisch. Meestal benoemen zij een andere letter die ook in het basiswoord staat. In plaats van de ‘aa’ schrijft de leerling de ‘m’ omdat die letter ook in het basiswoord ‘maan ‘staat.
  • Het hakken en plakken lukt ook niet. Doordat de leerling zo lang over de letters doet, vergeet hij vaak de eerste letters: ‘t-a-k’ wordt dan’ ak’ of ’ pak’. Dit is nog geen synthese fout maar eerder een letterfout; als gevolg van moeizame letterkennis.

 

Stapsgewijs onderwijs(Stapsgewijs onderwijs; het kind centraal! Oenema- Mostert, I., Janssens, H., Woltjer, G., Kraats- Hop, P., 2018) gaat uit van het kind. Het jonge kind ontdekt de wereld spelenderwijs, al experimenterend, al onderzoekend. Dit vraagt van jou als leerkracht dat jij afstemt op de stappen in de ontwikkeling van de kinderen. Dat jij afstemt op het gevoel van relatie, autonomie en competentie en in betekenisvol aanbod de kinderen meeneemt om samen met jou het grote avontuur van ontwikkeling en leren in het onderwijs aan te gaan EN vol te houden.

Wil jij ook betekenisvol aanbod bieden en wendbaar kunnen handelen zodat je werkelijk afstemt op de ontwikkeling van het jonge kind? Ik zoom in op jouw situatie om dit ontwikkelingsproces samen te volgen.

#onderwijspraktijksmart #stapsgewijsonderwijs

Contact mij via: onderwijspraktijksmart.nl/contact/

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *