Er wordt gezegd dat (hoog)begaafde kinderen makkelijk leren, nieuwe dingen snel oppakken en oplossen, geen instructie of begeleiding nodig hebben en van hun eigen fouten leren. Dit gebeurt wel in een omgeving waarin zij gezien worden en mogen zijn zoals ze zijn. Het kind erkennen in zijn hoge intelligentie is één facet, een ander zeer belangrijke facet is het welbevinden. Welbevinden groeit wanneer het kind, sociaal- emotioneel een goede ontwikkeling doormaakt. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen de sociale ontwikkeling, het omgaan met andere kinderen en hoe zij daar op moeten leren reageren en de emotionele ontwikkeling, waarbij het kind zich afvraagt; ‘wie ben ik’ en ‘waar liggen mijn grenzen?’ Hoe ervaart het kind zijn omgeving?