De ontwikkeling van een kind loopt via spelvormen

Stapsgewijs ontwikkelen via spelvormen

Kind 2

Liv maakt een tekening voor haar moeder. Ze krast het hele vel vol met verschillend kleuren wasco en vertelt dat mama van bloemen houdt. Trots laat ze mij het resultaat zien.

Het voorbeeld van Liv is functiespel.

In het functiespel staat de beweging en het oefenen van de beweging centraal. Tijdens het krassen wordt de fijne motoriek geoefend, dit is belangrijk voor haar latere schrijfontwikkeling.

Ondertussen bouwen Sem en Noud van grote plastic blokken een hoge toren, wanneer deze hoog genoeg is duwen ze hem omver. Ze springen van plezier en beginnen weer opnieuw. In dit functiespel staat de ontwikkeling van de grove motoriek centraal maar ook de ontwikkeling van het ruimtelijk inzicht, wat belangrijk is voor het leren rekenen.

Op het moment dat het kind de beheersing krijgt over zijn motoriek is het instaat om bijvoorbeeld een toren te bouwen, grote halen verf of wasco op papier te brengen, zo ontstaat het construeren.

kind1

Het constructiespel ontstaat wanneer kinderen tijdens hun spel dingen kunnen maken.

Emma en Zoë spelen samen met Thomas in de huishoek, ‘Emma is mama, Zoë is kind en Thomas is groot kind’, zegt Thomas. Hij heeft een receptenkaart van de supermarkt in zijn hand en laat dit aan mama Emma zien; ‘Dit wil ik eten’, zegt hij. Emma kijkt naar het plaatje van andijviestamppot met gehaktballetjes. ‘Goed’, zegt mama Emma,  ‘dan ga ik met baby boodschappen doen’, ze pakt een tas en geeft Zoë een hand, ‘kom kind, we gaan naar de winkel’. Ze kijkt het lokaal rond en ziet Liam en Levi samen aan de kleitafel zitten en loopt naar hen toe; ‘mag ik gehaktballetjes?’, ze laat het plaatje van het recept zien. Liam lacht en vindt het leuk, ‘jawel hoor’ en hij begint van klei kleine balletjes te draaien.  Dit ziet Thomas ook, hij vindt het zo interessant dat hij naast Liam komt zitten om hem na te doen, ‘wij zijn de slager he?’, zegt hij.

Je ziet het imitatiespel samengaan met het functiespel en het constructiespel.

Via het imitatiespel laten kinderen zien hoe zij de wereld ervaren en spelen dit na in het doen- alsof- spel. In het doen- alsof- spel ontstaat ook de mogelijkheid om zich te verplaatsen in de denkwereld van een ander kind, de sociaal- emotionele ontwikkeling vormt zich en de taal ontwikkeling breidt uit door de communicatie tijdens het samenspel. Wanneer kinderen verschillende spelfasen hebben doorlopen, ontwikkelt het verkenningsspel steeds meer. Het kind is instaat om dingen te onderzoeken, te verkennen en te ontdekken wat ze ermee kunnen doen. met een bal kun je rollen en met een blok niet, je kunt er beiden mee gooien maar dat vindt de juf niet goed.

Kinderen spelen, bewegen, verkennen, onderzoeken en ontdekken.

Dit betekent dat de leerkracht kansen creëert en voorwaarden in de omgeving schept door bijvoorbeeld;

  • Verschillende materialen aan te bieden
  • De kinderen laten ervaren in wat de materialen wel of niet kunnen
  • Rekening te houden met de ideeën van de kinderen
  • Veiligheid te bieden

Stapsgewijs gaan de kinderen zich door spel ontwikkelen. Onderwijspraktijk SMART helpt je de voorwaarden te scheppen in jouw omgeving  vanuit de visie van Stapsgewijs onderwijs: het kind centraal! Noordhoff Uitgevers. Oenema- Mostert, I., Janssens, H., Woltjer, G., Kraats-Hop, P., 2018